Jerry Blekkenhorst straalt. De 38-jarige energieke ondernemer ziet na een zwaar jaar zijn business weer opbloeien. Het familiebedrijf Partycentrum De Zandstuve in Den Ham vlak bij de Duitse grens in de Twenterand zit na een lange lockdownperiode weer volgeboekt met bruiloften en recepties. ‘Nu de 1,5 meterregel wordt afgeschaft, neemt het aantal reserveringen toe. Volgende week zaterdag hebben we al zes feesten tegelijkertijd op één dag.’
Bij de pakken neergezeten heeft hij nooit gedaan. ‘Staat niet in mijn boekje. Je moet niet denken wat niet kan, je moet denken wat wel kan. De enige weg is vooruit en zoeken naar innovatieve oplossingen. Dat hebben wij gedaan met afhaalmaaltijden en vooral de Lucky Baskets; een Twentse picknickmand met de heerlijkste streekproducten.’
Op de eerste coronapersconferentie op zondag 15 maart 2020 werd aangekondigd dat de horeca diezelfde middag nog om 18.00 uur de deuren moesten sluiten. Zonder vooraankondiging en zonder dat de maatregel vantevoren werd gelekt.
‘De wereld stond stil en er was weinig perspectief. Dat deed heel veel met mij persoonlijk. Ik sprong in de houding van het reptielenbrein, een vechtmodus. Het was vechten of vluchten. Voor mij was de grootste angst om het familiebedrijf kwijt te raken. Dat is het levenswerk van mijn vader en moeder. Ik heb mijn baan in de PR in Amsterdam opgegeven toen mijn ouders in 2009 een beroep op mij deden. Mijn vader was ernstig ziek en iemand moest de leiding overnemen. Want we wisten niet waar het naar toe zou gaan. Dat heb ik gedaan en nog geen moment spijt van gehad. Mijn vader is helaas te jong gestorven.’
‘Door die stilstand door corona werd ik met mezelf geconfronteerd. Ik was iemand die alleen maar gewend was om door te gaan. Het was alleen maar rennen. Door dat stilstaan kreeg ik de ruimte om te reflecteren. En die reflectie wordt ondersteund door de studie Neuro linguïstisch programmeren die ik nu volg. Dat gaat over hoe je je gedrag hebt aangeleerd. Bijvoorbeeld in de relatie met je ouders. Dat hele vraagstuk kreeg ik voor ogen. Wie ben ik en wie kies ik om te zijn. Wie ben ik in relatie tot mijn moeder, mijn vrienden, mijn medewerkers… Ik heb daar mee geworsteld. Ik had nooit echt een keuze gemaakt voor wie ik nou echt was. We hebben allemaal maskers.’
‘Ik ben als een veel beter mens uit deze worsteling gekomen. Ik gun het CDA deze confrontatie ook. We zijn uit het oog verloren wie we zijn, waar we voor staan en waar ons gedrag vandaan komt. Wat is nou eigenlijk onze identiteit. Voordat je kunt werken aan de weg naar wie je wil zijn, moet je eerst weten wie je bent. Zonder vertrekpunt kun je geen route uitstippelen. Dat is de fase waarin het CDA nu staat. Wie zijn we eigenlijk? Wat zijn onze kernwaarden en hoe gedragen we ons daarnaar? Als we dat duidelijk hebben, dan is er ruimte voor groei.’
‘Ons gedrag is vooral gevormd in onze jeugd. We hebben allerlei verdedigings- en camouflagemechanismen opgebouwd waardoor we juist niet zijn die we zijn. Of we krijgen trekjes mee uit onze omgeving. Ik heb een deel van het gedrag van mijn vader overgenomen. Hij was visionair en ondernemend, maar ook drammerig en autoritair. Geen beste eigenschap als je goed wil samenwerken met je medewerkers. Ik heb al die thema’s afgelopen jaar aangepakt en een persoonlijke ontwikkeling meegemaakt waar ik blij mee ben. Als ik in de spiegel kijk, ben ik nu eindelijk een persoon die tevreden is met zichzelf.
Ook de omgeving merkt dat Jerry een bron is van positieve energie. Nieuwsgierig en warm. ‘Ik heb nu veel meer ruimte om uit te reiken naar andere mensen. Om naar hun verhalen te luisteren, ze te inspireren en te motiveren. In plaats van een drammer heb ik geleerd dienbaar te zijn naar al mijn medewerkers. Ik heb een fantastisch team dat als een familie samenwerkt. Ik denk ook dat binnen het CDA meer naar de verbinding moet worden gezocht in plaats van confrontatie en standpunten doordrammen. Zo werkt het niet in een familie. Je luistert naar elkaar en accepteert dan een weg die voor het hele gezin het beste is.’
Met een bachelor economie van de Hogere Hotelschool in Den Haag in zijn binnenzak, bestuurservaring bij de CDJA en VNO-NCW is Jerry meer dan geknipt voor het vak van zowel gastheer als ondernemer. Onder zijn bezielende hoede groeit De Zandstuve uit tot het grootste feestcentrum in de regio. Jerry is daarnaast ook nog Statenlid in de provincie Overijssel namens het CDA met economie in zijn portefeuille.
Met zijn kennis en ervaring wist Jerry het familiebedrijf voor het ergste te behoeden. ‘We hadden 45 mensen in dienst. Dat hebben we afgeslankt naar 12 mensen. Dat is een grote uitstroom. Alle kosten hebben we gesaneerd en verder alles tot het minimum beperkt. Dankzij de overheidssteun zijn we overeind gebleven. Al wacht ons nog wel een flinke strop omdat we de belastingen hebben doorgeschoven. Gelukkig neemt onze liquiditeit toe nu de zaken weer flink aantrekken.’
Af en toe ontsnapt Jerry wel eens aan de Twentse gemoedelijkheid en neemt hij de wijk naar zijn uitvalsbasis in Amsterdam. ‘Amsterdam is een stad met veel diversiteit. Een stad waar je kunt zijn die je wilt zijn. Niet veroordelend, maar verbindend. Maar wat ik ook zie is dat Amsterdam heel erg op het individu is gericht. Je moet echt vrienden hebben, terwijl in Twente iedereen op elkaar let en begaan is met elkaar. De combinatie van Amsterdam en Den Ham is voor mij geweldig.’
Jerry heeft het geluk dat hij altijd een slaapplek heeft bij zijn goede vriend Koen Hansen, presentator van het ochtendprogramma bij radiostation 100% NL.
Party-expert Jerry heeft nog wel een laatste wens op zijn lijstje om het CDA te inspireren.
‘We moeten politiek weer interessant maken voor jongeren. Door vergrijzing verliest het CDA aan de bovenkant terwijl er onderaan amper aanwas is. Het zou een leuk idee zijn om een jaarlijks gala te maken waar CDA-jongeren koken voor voormalige toppolitici zoals bijvoorbeeld Jan-Peter Balkende, Jan-Kees de Jager en Marnix van der Rij om vervolgens samen te dineren en ervaringen en nummers uit te wisselen. Ik weet nog wel een zaaltje… ‘